Voormalige raadhuis aan het Burgemeester Nielenplein (H01)

  • Adres: Burgemeester Nielenplein 2, 1961 NV Heemskerk
  • Kadastraal: D 6973
  • Bouwjaar 1911

Op de hoek van het Burgemeester Nielenplein en de Maerelaan staat het voormalig raadshuis van onze gemeente. Het gemeentehuis werd gebouwd in nieuw-historiserende stijl naar ontwerp van de Amsterdamse architect Jan Stuijt (Purmerend 1868 - Den Haag 1934).

Architect Stuijt is bekend geworden door de kerken én raadhuizen die hij ontwierp. Bijvoorbeeld in Purmerend (1910), Heemstede (1906) en Bloemendaal (1906-1908). De architect was katholiek. Heemskerk was in die tijd overwegend katholiek. Misschien geen toevallige keuze dus!

Het oude raadhuis, sinds 1705 gevestigd in het voormalige herenhuis 'Overbeek' aan de Maerelaan, verkeerde al jaren in vervallen toestand. Maar: geld voor een nieuw gebouw ontbrak. Over de verdere bouwgeschiedenis schrijft De Roos in zijn artikel in Heemskring: 'Op 26 januari 1911 deelde burgemeester Seret aan de gemeenteraad mede dat mevrouw d'Ablaing van Giessenburg geboren Rendorp f 3.000,- had gelegateerd voor de bouw van een nieuw raadhuis. De gemeente ging meteen tot actie over. De Amsterdamse architect Jan Stuijt werd in de arm genomen. Op 12 juli 1911 vond de aanbesteding plaats van het gemeentehuis annex onderwijzers- en veldwachterswoning' (het naastgelegen pand Maerelaan 1-3). De Heemkerker aannemer Johannes (Jan) Henneman bleek de laagste van de 23 inschrijvers. Voor f 14.870,- werd hem het werk gegund. Een betrekkelijk lage bouwsom omdat op advies van Stuijt diverse materialen afkomstig uit het gesloopte 'Overbeek' in het nieuwe raadhuis zouden worden hergebruikt, waaronder bakstenen voor de binnenmuren, de vloertegels en de zolderbalken. Op 2 september 1911 legde jhr. Hendrik Jan (Harry) Gevers, de 2e zoon van burgemeester Seret's voorganger jhr. Mr. Hugo Gevers de 1e steen. De eerste raadsvergadering in het nieuwe gemeentehuis was op 19 januari 1912 waarbij burgemeester Seret het gebouw als volgt omschreef: ‘Een waardig monument, eenvoudig en degelijk en een afspiegeling van de gemeente zelve.’

In de jaren '30 wilde de gemeenteraad het raadhuis uitbreiden maar Het college van Gedeputeerde Staten vond dat de financiële toestand van de gemeente eerst moest verbeteren. 'Na de oorlog kwam de uitbreiding van het raadhuis weer hoog op de agenda. Op 31 maart 1947 nam de raad een principebesluit om tot verbouw over te gaan. Dit keer ging de provincie akkoord en op 23 april 1947 vond de aanbesteding plaats in café Van Baar. De laagste inschrijver was de Aannemingsmaatschappij Noord-Holland voor f 26.274,-. Directeur van deze aannemingsmaatschappij was Pieter Henneman wiens vader het raadhuis in 1911 had gebouwd. De uitbreiding, naar ontwerp van (gemeente)architect N.J.P. Steenstra, vergrootte het raadhuis met een extra verdieping. Hierdoor kwam ruimte voor een brandvrije archiefruimte en kamers voor de ontvanger, de bode en de gemeentearchitect. Deze tussenverdieping tastte misschien wel de oorspronkelijke hoofdvorm aan, maar sluit qua materiaalgebruik en vensterindeling aan op de bestaande architectuur. De in 1973 gerealiseerde uitbreiding aan de achterzijde is gesloopt. Op de hoeken van het gemeentehuis zijn in 1958 4 beelden geplaatst van de Bergense kunstenaar Henk van Idsert.

In 1981 werd een toen nieuw raadhuis aan de Bachstraat gebouwd. Sinds die tijd zit een notariskantoor in het oude raadshuis. 2 door de kunstenaar Edlef ter Haar Romeny, zoon van de toenmalige hervormde predikant in Heemskerk, in 1951 aangebrachte wandschilderingen zijn overschilderd. Romeny was ook de ontwerper van het grote gebrandschilderde glas-in-loodvenster dat in 1951 in de hal van het oude raadhuis werd geplaatst. Het venster werd vervaardigd door het atelier Le Nobel in Haarlem. Het figuratieve venster heeft een voorstelling met de eedaflegging van de hertog Jan van Brabant op het Huldtoneel. Het venster verhuisde in 1981 mee naar het raadhuis aan de Bachstraat. Na de bouw van het nieuwe gemeentehuis aan de Maerten van Heemkerkstraat in 2011 is het glas-in-loodraam weer teruggeplaatst, in museale opstelling, in het trappenhuis van het oude raadhuis aan het Burgemeester Nielenplein.

Op rechthoekig grondplan (16,2 x 12 meter) gebouwd raadhuis van één bouwlaag onder een hoog opgaand schilddak waarin naderhand door verhoging van de buitengevels een 1e verdieping is gerealiseerd. Het dak is gedekt in leien in Maasdekking. Halverwege de nok staat een dakruiter in de vorm van een achthoekig koepeltje met een leigedekte voet, een opengewerkt middendeel met acht zinkomklede stijlen en een kroonlijst en een eveneens achtzijdig zinkgedekt koepeldak bekroond door een staander van siersmeedwerk waarop een vergulde windwijzer met een uitgespaarde letter 'H' (van Heemskerk). De nokeinden worden bekroond door een zinken piron met vier oren van gekruld ajourwerk. Zowel in het midden van het voorschild als van beide zijschilden staat een dakkapel met een negenruits raam, leigedekte zijkanten en een gebogen fronton waarachter een gebogen dak met zinkdekking. Het timpaan van de oorspronkelijk door lage halfronde dakkapellen geflankeerde dakkapel aan de voorzijde vermeldt het bouwjaar 'AD 1911'. De als spouwmuur uitgevoerde buitengevels zijn opgetrokken in geelrode machinale waalklinkers in halfsteens verband met snijvoeg en voorzien van geblokt gemetselde hoekpilasters. Onderaan de gevels bevindt zich een in kruisverband uitgevoerde omgaande plint met platvol voegwerk en een afgeschuinde bovenrand van rode baksteen. Bovenaan worden de gevels beëindigd door een houten kroonlijst met daaronder een gepleisterd fries dat door verdiepingsvensters doorbroken wordt. 

De 4 enigszins boven de kroonlijst uitstekende hoekpilasters worden bekroond door een beeld van crèmekleurige kalksteen: linksvoor de H. Laurentius, rechtsvoor een Vrijheidsbeeld in de vorm van een moeder met kind, linksachter Maerten van Heemskerck en rechtsachter de ambachtsvrouwe van Heemskerk en vrouwe van Assumburg Debora Bake (1636-1678) die onder meer f 4000,- aan Heemskerk legateerde voor een raadhuis. Met dit legaat werd in 1705 het herenhuis 'Overbeek' aangekocht. 

De vensters zijn voorzien van hardstenen lekdorpels die merendeels naderhand zijn afgewerkt met een beige pleisterlaag (imitatie zandsteen). De hoge parterrevensters worden ontlast door strekken met aanzetstenen van crèmekleurige kalksteen. In de strekken boven de twee brede vensters van de voorgevel en het grote verdiepingsvenster in de achtergevel bevindt zich een dito sluitsteen.

De voorgevel heeft een symmetrische opzet met centraal een dubbele paneeldeur met achtruits bovenlicht en ter weerszijden een vijftienruits schuifvenster tussen smallere tienruits schuifvensters. De zes- en negenruits verdiepingsvensters zijn recht boven de parterrevensters geplaatst en hebben dezelfde breedte maar een geringere hoogte (drie in plaats van 5 ruiten). Vóór de ingang bevindt zich een laag bordes met aan de voorzijde een in kruisverband gemetselde en van een plint voorziene borstwering bestaande uit een middendeel met een dekplaat van beige kalksteen en ter weerszijden hiervan een postament en een flankerend zijstuk waarvan de aflopende bovenzijde eindigt tegen een hoekpijlertje met een deksteen van grove beige kalksteen (vermoedelijk travertin) bekroond door een dito sierbol. 2 op de postamenten geplaatste zuilen ondersteunen een door een rijk geprofileerd hoofdgestel met tandlijst omgeven rechthoekig afdak dat bekroond wordt door een gebogen fronton, eveneens met tandlijst, waarachter een gebogen dak gedekt met zink. Op het timpaan is het gemeentewapen geschilderd. Tussen het 2e en 3e parterrevenster bevindt zich en hardstenen brievenbus. De 1e steen van crèmekleurige kalksteen is meer rechts, direct boven de plint, ingemetseld. Door verwering is het opschrift slechts gedeeltelijk leesbaar: '(…) GEVERS/2 SEPTEMBER/MCMXI'. De verdwenen begintekst luidde: 'P.L.P. (primum lapidem posuit: de eerste steen heeft gelegd) jhr. H.J.'.

De rechter zijgevel (ZO) is evenals de voorgevel symmetrisch en telt drie vijftienruits schuifvensters. De eerste verdieping heeft boven elk van deze vensters een negenruits venster en tussen de drie verdiepingsvensters twee smallere zesruits vensters.

In de linker zijgevel (NW) bevinden zich links 2 tienruits schuifvensters en rechts hiervan een smalle hoge éénpaneelsdeur met vierruits bovenlicht en gemetselde stoep. De eerste verdieping telt vier zesruits vensters.
De rechterhelft van de achtergevel (NO) is links en rechts voorzien van een tienruits venster en telt op de verdieping vier zesruits vensters. De linker gevelhelft heeft 2 vensterassen met op de parterre een vijftienruits schuifvenster en op de verdieping een negenruits venster. Boven de bij de verbouwing eind jaren '40 gerealiseerde uitbouw in het midden van de parterre en ter hoogte van het achterliggend trapbordes bevindt zich een groot venster met het, in museale opstelling geplaatste, uit 1951 daterende glas-in-loodvenster. Links hiervan zit een openslaand wc-raampje. Het grote venster is opgenomen in een verhoogd middendeel dat de kroonlijst doorbreekt en voorzien is van een plat dak met een omlijst overstek op geprofileerde klossen.

Het interieur is nog gedeeltelijk oorspronkelijk en onder meer voorzien van een bijna 4,5 meter hoge begane grond met rijk omlijste paneeldeuren en een houten verdiepingsvloer rustend op een in het zicht gelaten enkelvoudige balklaag waarvan de zware, eikenhouten balken afkomstig zijn uit het in 1911 gesloopte oude raadhuis. In het midden van de parterre bevindt zich een ruim 3 meter brede gang die zich uitstrekt tot aan de achtergevel. Vanuit de gang geeft een dubbele paneeldeur toegang tot de voormalige raadzaal linksachter. Boven deze deur bevindt zich aan de kant van de raadzaal een hoofdgestel met tandlijst (de identieke deuromlijsting boven de verbrede deur van de voormalige secretarie rechtsvoor is niet oorspronkelijk). Achterin de raadzaal was middels een houten hek een smalle ruimte voor het publiek afgescheiden, toegankelijk via de genoemde deur in de linker zijgevel. Links naast de ingang van de vroegere raadzaal is in de linker gangmuur een klein wandreliëf van deels gepolychromeerd en geglazuurd terracotta ingemetseld tonend een man en vrouw te paard (Jozef en Maria?) binnen een cirkel omgeven met de tekst ‘Doornenburg dankt Heemskerk’ en eronder een Latijns kruis met daarvoor het Rijkswapen. Het is een geschenk van de inwoners van het door de oorlog geteisterde Doornenburg voor wie direct na de oorlog in Heemskerk en Beverwijk goederen werden ingezameld. De rondboogdoorgang links van het wandreliëf leidt via een portaal naar de voormalige bodekamer die later is vergroot met het naastgelegen archief linksvoor. 

In het achterste gedeelte van de middengang bevindt zich een segmentboog. De houten bordestrap achterin de gang heeft een leuning waarvan de gedraaide spijlen zijn verfraaid met ringmotieven, en langs de muur een handlijst die onder- en bovenaan eindigt in een gekantelde krul. De zware pijlervormige trappaal onderaan de trap is onder meer voorzien van cannelures en een geprofileerde dekplaat bekroond door een sierbol. Blijkens de ontwerptekening was onder de trap het cachot. Ter hoogte van het trapbordes bevindt zich een (gemoderniseerd) toilet met paneeldeur. Binnen het grote venster in de achterwand van het bordes is in 2011, in museale opstelling, het uit 1951 daterende glas-in-loodraam geplaatst.

Vanaf de ruime centrale overloop op de 1e verdieping geven eenpaneelsdeuren toegang tot de omliggende vertrekken en tot een scheluwe trap met bovenaan een half naar de vliering. Zowel de overloop als de meeste vertrekken op de eerste verdieping hebben vlakke stucplafonds met een koof. Links- en rechtsachter op de vliering zijn nog de rookkanalen aanwezig van de twee verdwenen schoorstenen. De kap is uitgevoerd als een beschoten gordingenkap waarvan de onderaan ingekorte spanten rusten op ranke, stalen kolommen.

Het pand Burgemeester Nielenplein 2 is van algemeen belang wegens architectuur- en cultuurhistorische waarde als voormalig gemeentehuis van Heemskerk en als kenmerkend voorbeeld van een klein raadhuis uit het 1e kwart van de 20ste eeuw opgetrokken in nieuw-historiserende stijl. Ook is het gebouw van belang als karakteristiek werk uit het oeuvre van de Amsterdamse architect J. Stuijt en heeft het stedenbouwkundige waarde vanwege de beeldbepalende ligging op de hoek van het Burgemeester Nielenplein en de Maerelaan in het centrum van Heemskerk.