Stolpboerderij aan de Hoflaan (H03)

Adres: Hoflaan 2, 1967 NE Heemskerk
Kadastraal: C 1752

Inleiding

Op een ruim erf aan de zuidwestzijde van de Hoflaan gelegen STOLPBOERDERIJ genaamd "Oudt Haerlem". Deze forse stolp met staart dateert in de kern vermoedelijk uit de zeventiende eeuw. Onder meer gezien de vensters, de voordeur en het materiaalgebruik zullen de buitengevels in het begin van de twintigste eeuw verbouwd of vernieuwd (rechterzijgevel) zijn. Typologisch behoort de boerderij tot de West-Friese stolpen, een in West-Friesland veel voorkomend stolptype dat in tegenstelling tot de Noord-Hollandse stolp de darsdeuren aan de weg heeft en de koestal grenzend aan de achtergevel. De boerderij ontleent haar naam aan het nabijgelegen gelijknamige kasteel waarvan de als archeologisch monument beschermde resten zich bevinden op een terrein ten oosten van de Hoflaan en zuidelijk van de Zuidermaatweg. Sinds 1793 is de boerderij in eigendom van de familie Hoogewerf die vanaf 1820 ook het land met de kasteelruïne in bezit heeft1. Wegens bezwaren van de eigenaren kon het interieur niet beoordeeld worden. Vóór de linkerzijgevel staan vijf leilinden die deel uitmaken van de bescherming.
N.B. Het tegen de rechterzijgevel aangebouwde houten tanklokaal (XXd) valt buiten de bescherming.

Omschrijving

Op rechthoekig grondplan (circa 14 x 21 m) gebouwde stolpboerderij van het afgeleide West-Friese type met rechtsvoor de terugliggende darsdeuren en rechts tegen de rechterzijgevel een uitgebouwde stal, de staart2. De boerderij heeft een schilddak met de noklijn haaks op de weg en een aangekapt zadeldak boven de staart. Het bovenste gedeelte van het schilddak is rondom voorzien van een rietdekking; voor het overige zijn de dakvlakken gedekt met rode Hollandse pannen. Op de nok van het schilddak liggen rode rietvorsten. De voor-, linkerzij- en achtergevel zijn gepleisterd en gewit boven een zwartgeteerde plint.
De voorgevel (NO) is enigszins hoger opgetrokken dan de zijgevels en wordt bovenaan beëindigd door een lijstgoot. In het terugliggende geveldeel rechts bevinden zich de dubbele darsdeur van opgeklampte vellingdelen, waarboven een houten schot voorzien van een liggend vierruits bovenlicht. Het smalle muurdeel links van de darsdeur is gemetseld in rode machinale waalsteen in halfsteens verband en voorzien van een klein venster. In het midden van de voorgevel bevindt zich de voordeur, een paneeldeur waarin twee staande raampjes naast elkaar, elk voorzien van een gietijzeren deurrooster in art-nouveautrant. Rechts van de deur heeft de voorgevel één schuifvenster en links twee schuifvensters. Alle drie schuifvensters worden ontlast door een in het midden getrapt verhoogde strek van contrasterende rode machinale baksteen. Tussen de voordeur en het linker venster bevinden zich ter hoogte van de zolderbalklaag drie schootankers. Op het midden van het voorschild staat een vierkante schoorsteen van rode machinale waalsteen.
De linkerzijgevel (ZO) telt zes schuifvensters: in het rechter geveldeel twee enkele en in het middengedeelte van de gevel twee paar (links hiervan een vermoedelijk naderhand aangebracht zevende raam). Het tweede schuifvenster van links heeft een tweeruits bovenlicht. Links bevindt zich de staldeur met erboven een geprofileerd kalf en een bovenlicht. De (vernieuwde) bakgoot boven de gevel rust op geprofileerde gootklampen.
De in kruisverband gemetselde rechterzijgevel (NW) is opgetrokken in oranjerode machinale drielingen van circa 18 x 4,5 cm boven een trasraam van rode dito drielingen. In de gevel bevinden zich twee kleine halfronde vensters waarvan het rechter nog voorzien is van een gietijzeren raam met vorktracering. De gevel telt drie muurankers: twee sierankers en links een lang schootanker met twee ogen. De staart rechts heeft een kopse puntgevel met in het midden een staldeur met vijfruits bovenlicht, links een klein venster, en ter hoogte van de zoldervloer twee schootankers. De thans in rode machinale waalsteen gemetselde halfsteens bovengevel was vroeger vermoedelijk van hout. In het midden van de bovengevel bevindt zich een (met een plaat dichtgetimmerde) deuropening met vierruits bovenlicht.
De achtergevel (ZW) is voorzien van muurankers op halve gevelhoogte (rechts een sieranker en voor het overige schootankers) en telt acht halfronde gietijzeren stalramen. Rechts bevinden zich twee staande vensters die erop wijzen dat het achterliggende stalgedeelte in de zomer was ingericht als woonkamer, het "staltje". De (vernieuwde) bakgoot bovenaan de gevel rust op smeedijzeren dragers.
De inwendige houten draagconstructie bestaat gezien de lengte van de nok uit een dubbel vierkant dat dienst deed als hooiberging. Rechts hiervan bevindt zich de dars, waarnaast aan de voorzijde het woongedeelte dat zich ook langs de linkerzijgevel uitstrekt. De aan de achtergevel grenzende koestal bood gezien de tien vensters in deze gevel plaats aan twintig koeien op de lange regel. In de staart was ruimte voor een tweede rij koeien, de korte regel.

De vijf leilinden vóór de linkerzijgevel dienen als zonwering voor de achter deze op het zuidoosten gerichte gevel gelegen woonvertrekken.

Waardering

De boerderij Hoflaan 2 met bijbehorende leilinden is van algemeen belang wegens cultuurhistorische, architectuurhistorische en (bouw)historische waarde als merendeels gaaf bewaard gebleven stolpboerderij van het afgeleide West-Friese type die in de kern vermoedelijk dateert uit de zeventiende eeuw.