Financiën

Het leveren van diensten aan onze inwoners én het beheer van de openbare ruimte kosten geld. Voor sommige diensten betaalt u meteen. Bijvoorbeeld bij een paspoort, rijbewijs of vergunning. Voor andere zaken indirect. Zoals bij de rioolheffing of woningbezit. Daarnaast krijgen we geld van het Rijk om bepaalde taken uit te voeren.

We stellen elk jaar een aantal financiële documenten op. Zo maken we inzichtelijk waar het geld naar toe gaat en welke keuzes gemaakt worden door het college en de gemeenteraad. In de documenten kijken we zowel naar de toekomst als naar het verleden.

1. De Planning- & Controlcyclus start met de Perspectiefnota. In deze nota staan de beleidskeuzes van de raad. De beleidskeuzes worden gemaakt op basis van de bestuurlijke hoofdlijnen en wat we de aankomende jaren willen bereiken. Dit heet ook wel de meerjarenplanning. In de Perspectiefnota staan ook de punten om rekening mee te houden bij het maken van de begroting voor het volgende begrotingsjaar.
2. In de 1e bestuursrapportage staan de punten uit het huidige begrotingsjaar waarvan uit de 1e 3 maanden blijkt dat deze beter kunnen. Met deze rapportage kan de raad bijsturen op bijvoorbeeld het beleid, de uitvoering van activiteiten en de inzet van geld.
3. De volgende stap in de cyclus is het maken van de begroting voor het volgende begrotingsjaar. In de begroting staat wat we willen bereiken, hoe we dit willen doen en wat dat maximaal mag kosten.
4. In de 2e bestuursrapportage worden de afwijkingen tot en met september van het begrotingsjaar gemeld. Dit document wordt vaak gezien als de basis voor de jaarrekening.
5. Het jaarverslag en de jaarrekening leggen verantwoording af over de beleidsmatige en financiële uitvoering van het afgelopen begrotingsjaar. Het college legt over het jaarverslag en de jaarrekening verantwoording af bij de raad.